Compensatieregeling transitievergoeding na twee jaar ziekte houdt op: wat betekent dit voor werkgevers?
Vanaf 1 juli 2026 kunnen werkgevers met 25 of meer werknemers geen gebruik meer maken van de compensatieregeling voor de transitievergoeding bij langdurige arbeidsongeschiktheid. In dit artikel leggen we uit wat deze compensatieregeling inhoudt, waarom zij wordt opgeheven, en wat u als werkgever moet weten.
Wat is de compensatieregeling?
Werkgevers zijn op grond van artikel 7:673 Burgerlijk Wetboek verplicht een transitievergoeding te betalen als zij een werknemer ontslaan of de arbeidsovereenkomst niet verlengen. Deze verplichting geldt ook als de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd wegens langdurige arbeidsongeschiktheid. Dit werd door werkgevers als onrechtvaardig ervaren. Zij hadden immers al gedurende twee jaar het loon tijdens ziekte doorbetaald én kosten gemaakt in het kader van de re-integratie. Dit leidde in sommige gevallen tot slapende dienstbestanden: de arbeidsovereenkomst bleef formeel bestaan zodat er geen transitievergoeding hoefde te worden betaald.
Om voornoemde redenen is per 1 april 2020 de Regeling compensatie transitievergoeding ingevoerd. Vanaf dat moment konden werkgevers via het UWV compensatie aanvragen voor de betaalde transitievergoeding. Deze regeling wordt volgend haar gedeeltelijk afgeschaft.
Waarom wordt de regeling afgeschaft?
De afschaffing van de compensatieregeling is opgenomen in het wetsvoorstel ‘Beperken van de compensatieregeling transitievergoeding bij ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid tot kleine werkgevers’. Dit voorstel is op 19 februari 2025 gepubliceerd voor internetconsultatie door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW).
De regeling wordt om financiële redenen opgeheven. Door het aantal compensatietoekenningen met circa 80% te verminderen, wordt een structurele besparing van ongeveer € 380 miljoen per jaar gerealiseerd. Deze besparing is al opgenomen in de begroting van het SZW.
Volgens de regering is het redelijk om middelgrote en grote werkgevers uit te sluiten van compensatie, omdat van hen verwacht wordt dat zij voldoende financieel draagkrachtig zijn om de transitievergoeding zelfstandig te kunnen betalen. Voor kleine werkgevers ligt dit anders: voor hen kan de transitievergoeding na ontslag van een langdurig zieke werknemer een onevenredig grote kostenpost vormen. Daarom blijft de compensatie voor deze groep in stand.
Conclusie
De opheffing van de regeling betekent dat werkgevers met 25 of meer werknemers na
1 juli 2026 geen compensatie meer ontvangen. De compensatieregeling zal dan alleen nog gelden voor kleine werkgevers (minder dan 25 werknemers). Het is verstandig om nu al maatregelen te treffen, bijvoorbeeld door de huidige en verwachte langdurige ziektegevallen in kaart te brengen. Laat u hierbij goed adviseren om risico’s en onnodige kosten te voorkomen.
Vragen
Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel, of over het arbeidsrecht in het algemeen? Neem dan contact op met een van onze advocaten via de mail, telefoon of het contactformulier voor een vrijblijvend eerste gesprek. Wij denken graag met u mee.