flib 50 jaar
Gepubliceerd op: 30 oktober 2020

Het wijzigen of beëindigen van een overeenkomst in tijden van corona: onvoorziene omstandigheden

De coronacrisis is op dit moment allesbehalve voorbij. Bedrijven hebben het nog altijd moeilijk om bepaalde contractuele verplichtingen na te komen. In een eerder geschreven artikel is al gesproken over een beroep op overmacht door de coronacrisis. Indien een beroep op overmacht niet slaagt, kan een beroep op onvoorziene omstandigheden eventueel wel een uitweg bieden. Daarom zal ik in dit artikel mijn aandacht vestigen op deze andere grond.

Onvoorziene omstandigheden

Het gedachtegoed achter de bepaling van de onvoorziene omstandigheden is dat de inhoud van een overeenkomst op het moment dat deze gesloten wordt na tijdsverloop niet meer aansluit bij de nieuwe werkelijkheid. Een ongewijzigde instandhouding van een overeenkomst kan daarom naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet meer verwacht worden van een contractspartij.

Artikel 6:258 BW zegt namelijk het volgende: ‘De rechter kan op verlangen van een der partijen de gevolgen van een overeenkomst wijzigen of deze geheel of gedeeltelijk ontbinden op grond van onvoorziene omstandigheden welke van dien aard zijn dat de wederpartij naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid ongewijzigde instandhouding van de overeenkomst niet mag verwachten.’

De coronacrisis is een mooie illustratie van een plots veranderende wereld, waar partijen nimmer rekening mee hebben gehouden bij het sluiten van een overeenkomst. Voor een geslaagd beroep op bovenstaande bepaling moet wel voldaan zijn aan bepaalde vereisten.

Wat is nodig voor een geslaagd beroep?

Voor een geslaagd beroep moet voldaan zijn aan drie vereisten. De uit de coronacrisis voortvloeiende omstandigheden:

  1. Mogen niet in de overeenkomst zijn verdisconteerd;
    Een omstandigheid is onvoorzien, wanneer deze niet in de gesloten overeenkomst is verdisconteerd. Hiervoor is van belang om te weten wat partijen zijn overeengekomen, waarvoor een uitleg van de overeenkomst nodig is. Verdisconteerd betekent niet dat partijen deze toestand expliciet in de overeenkomst moeten hebben opgenomen, enkel hierbij stilstaan is al voldoende.
    In een recente rechtspraak wordt over het algemeen aangenomen dat de coronacrisis en vooral de verstrekkende gevolgen hiervan in beginsel als onvoorziene omstandigheid kunnen worden aangemerkt. Echter, partijen die na maart 2020 zich beroepen op onvoorziene omstandigheden zullen moeilijk kunnen betogen dat zij geen rekening hebben gehouden met de gevolgen van de crisis bij het sluiten van een overeenkomst.
  2. Moeten ten tijde van de contractsluiting in de toekomst zijn gelegen;
    Bij overeenkomsten die zijn gesloten voor het moment dat een corona-uitbraak zich in Nederland had verwezenlijkt, is het goed te beargumenteren dat het om een toekomstige omstandigheid ging.
  3. Moeten van dien aard zijn dat partijen naar maatstaven van de redelijkheid en billijkheid de instandhouding van de overeenkomst niet mogen eisen.
    Rechters zijn terughoudend bij het aanvaarden van een beroep op onvoorziene omstandigheden, gelet op de uitdrukking ‘pacta sunt servanda’ (de bindende kracht van een overeenkomst). Een rechter zal onder andere kijken naar de financiële impact van de crisis, de maatschappelijke positie en onderlinge verhouding van partijen en de aard van de betrokken belangen. Indien er sprake is van een ernstige verstoring in de waardeverhoudingen tussen de prestaties van partijen bij een wederkerige overeenkomst, wanneer een overeenkomst volledig haar doel heeft verloren of indien de nakoming van een overeenkomst uitermate bezwaarlijk is geworden, kan de instandhouding van deze overeenkomst niet worden verwacht.

Of een beroep zal slagen is dus volledig afhankelijk van de specifieke omstandigheden.

Lid 2

In lid 2 van artikel 6:258 BW wordt een uitzondering gemaakt op lid 1. Een wijziging of een ontbinding wordt namelijk niet uitgesproken, voor zover de omstandigheden krachtens de aard van de overeenkomst of de in het verkeer geldende opvattingen voor rekening komen van degene die zich hierop beroept. Er zijn dus gevallen denkbaar waarbij de omstandigheden voor rekening komen voor degene die de wijziging of ontbinding beoogd.

Verschillende voorzieningenrechters hebben hierbij geoordeeld dat de coronacrisis niet valt onder een ondernemersrisico in tegenstelling tot de financieel-economische crisis van 2008.

Heronderhandelingsplicht

Een dergelijke wijziging of ontbinding kan enkel in een procedure door een rechter worden besloten. Maar voordat de stap naar de rechter wordt gezet, kan er een onderhandelingsplicht tussen partijen ontstaan uit de aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid.

De Hoge Raad oordeelde in het Vodafone/ETC-arrest dat de partijen rekening moesten houden met de belangen van elkaar en dat partijen hierdoor samen nogmaals moesten kijken naar de gemaakte afspraken en deze eventueel aanpassen.

Of een beroep op onvoorziene omstandigheden kans van slagen heeft, ligt erg aan de specifieke omstandigheden van het geval, wij helpen u graag met de beoordeling hiervan. Neemt gerust contact op met een van onze specialisten.

Artikelen door Marcel Fruytier

Stuur ons een bericht

Voor verdere vragen kunt u het formulier hieronder gebruiken. Wij nemen dan zo spoedig mogelijk contact met u op.