flib 50 jaar
Gepubliceerd op: 7 juli 2025

Wat u als ondernemer moet weten over beschrijvende handelsnamen

Het kiezen van een handelsnaam is een belangrijk moment voor elke ondernemer. De naam moet uw bedrijf onderscheiden van dat van de concurrent. Toch blijkt in de praktijk dat veel ondernemingen kiezen voor handelsnamen die (gedeeltelijk) beschrijven wat zij doen of aanbieden. Maar hoe zit het eigenlijk met de juridische bescherming van zulke beschrijvende handelsnamen? Wanneer is er sprake van inbreuk op een beschrijvende handelsnaam? In dit artikel leg ik u uit hoe het zit met de bescherming van beschrijvende handelsnamen en wat u als ondernemer kunt doen bij mogelijke verwarring.

Wat is een handelsnaam eigenlijk?

Een handelsnaam is de naam waarmee u uw onderneming naar buiten toe zichtbaar maakt en waarmee u zich onderscheidt van andere bedrijven. Het recht op deze naam ontstaat vanzelf, zodra u de handelsnaam daadwerkelijk gebruikt in het economisch verkeer — bijvoorbeeld in reclame, op uw briefpapier of als domeinnaam die uw onderneming herkenbaar maakt. Zodra dat gebruik plaatsvindt, biedt de Handelsnaamwet bescherming: een ander mag dan geen handelsnaam voeren die zo sterk op die van uw onderneming lijkt dat dit tot verwarring kan leiden bij het publiek.

Toch is het belangrijk om te beseffen dat niet elke handelsnaam dezelfde mate van bescherming geniet. Handelsnamen die beschrijvend zijn, die dus direct iets zeggen over de aard van de producten of diensten, hebben juridisch gezien een zwakkere positie. Voor zulke namen is het lastiger om succesvol op te treden tegen inbreuk.

Waarom zijn beschrijvende handelsnamen moeilijker te beschermen?

Beschrijvende handelsnamen missen doorgaans “onderscheidend vermogen”. Dat betekent dat ze te algemeen zijn om automatisch met één specifieke onderneming te worden geassocieerd. Het publiek zal een dergelijke naam dan ook niet vanzelf koppelen aan uw bedrijf.

Bovendien is het gebruik van beschrijvende handelsnamen de afgelopen jaren toegenomen. Hierdoor zijn consumenten en zakelijke afnemers gewend geraakt aan het idee dat meerdere ondernemingen soortgelijke beschrijvende namen gebruiken. Dit maakt het minder waarschijnlijk dat verwarring ontstaat wanneer verschillende ondernemingen opereren onder grotendeels overeenkomende beschrijvende handelsnamen.

Hoewel beschrijvende handelsnamen van nature weinig onderscheidend vermogen hebben, kunnen zij dit alsnog verkrijgen door inburgering. Dat wil zeggen: als kan worden aangetoond dat de naam in de praktijk zodanig bekend is geraakt dat het relevante publiek deze direct koppelt aan één specifieke onderneming.

Om dergelijke inburgering aannemelijk te maken, is sterk en overtuigend bewijs vereist. Voorbeelden hiervan zijn marktonderzoeken waaruit blijkt dat de naam herkend wordt, omzetgegevens die het marktaandeel onderbouwen, gegevens over het klantenbestand, en bewijs van langdurig en consequent gebruik of intensieve marketinginspanningen. In de praktijk ligt de lat voor het aantonen van inburgering echter hoog. Dit betekent dat ondernemingen met een beschrijvende handelsnaam doorgaans meer moeite zullen hebben om verwarringsgevaar aan te tonen en zich met succes op handelsnaambescherming te beroepen.

Wanneer is sprake van verwarringsgevaar bij beschrijvende handelsnamen?

Dat het voor beschrijvende handelsnamen lastiger is om verwarringsgevaar aan te tonen, betekent niet dat het uitgesloten is. Of er sprake is van verwarring wordt per geval beoordeeld aan de hand van een aantal omstandigheden. Daarbij wordt onder meer gekeken naar:

  • De mate van overeenstemming tussen de handelsnamen: hoe sterk lijken de namen op elkaar qua klank, schrijfwijze of betekenis?
  • De aard van de diensten en de mate van overlap: opereren de ondernemingen in dezelfde branche of marktsegment?
  • De mate van oplettendheid van het relevante publiek: wordt de handelsnaam vooral gezien door consumenten of door zakelijke afnemers, en hoe zorgvuldig zijn zij in hun beoordeling?
  • De wijze van presentatie van de handelsnamen: hoe worden de namen naar buiten gebracht, bijvoorbeeld via logo’s, huisstijl, websites of sociale media?
  • Eventuele concrete gevallen van daadwerkelijke verwarring: zijn er klanten geweest die de ondernemingen met elkaar hebben verward?

Deze factoren worden in onderlinge samenhang beoordeeld. Ook voor een beschrijvende handelsnaam kan dus, mits de omstandigheden daartoe aanleiding geven, met succes een beroep worden gedaan op handelsnaambescherming.

Kan het ook gaan om onrechtmatig handelen?

In sommige gevallen kan het gebruik van een handelsnaam niet alleen in strijd zijn met de Handelsnaamwet, maar ook als onrechtmatig handelen worden aangemerkt.

Voor onrechtmatigheid is meer vereist dan enkel verwarring. Er moet sprake zijn van bijkomende omstandigheden die het handelen van de andere partij kwalificeren als onrechtmatig. Denk daarbij aan situaties zoals:

  • Het opzettelijk veroorzaken van verwarring of misleiding: bijvoorbeeld wanneer een partij bewust een vrijwel identieke naam kiest om klanten weg te trekken.
  • Het meeliften op de reputatie of goodwill van een bestaande onderneming: waarbij de naamkeuze erop gericht is om te profiteren van het vertrouwen dat klanten in de oorspronkelijke onderneming hebben.
  • Het veroorzaken van onevenredig nadeel: bijvoorbeeld doordat de oudere onderneming schade lijdt aan haar imago of marktaandeel, zonder dat daar een legitiem belang van de andere partij tegenover staat.

Vragen?

Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel of andere vragen aangaande handelsnamen? Neem dan contact op met een van onze advocaten via de mailtelefonisch of vul het contactformulier in voor een vrijblijvend eerste gesprek. Wij denken graag met u mee.

Artikelen door Britt Beumer

Stuur ons een bericht

Voor verdere vragen kunt u het formulier hieronder gebruiken. Wij nemen dan zo spoedig mogelijk contact met u op.