flib 50 jaar
Gepubliceerd op: 7 maart 2024

Toekomst van het arbeidsongeschiktheidsstelsel

“Toekomst van het arbeidsongeschiktheidsstelsel”. Dat is de titel van het eindrapport van de Onafhankelijke Commissie Toekomst Arbeidsongeschiktheid (Octas) dat Minister van Gennip eind februari aan de Tweede Kamer heeft overhandigd. De commissie was benoemd om te onderzoeken hoe knelpunten in het arbeidsongeschiktheidsstelsel kunnen worden aangepakt. Want nu gaat er nog te veel mis.

UWV wachttijden

Het meest zichtbare knelpunt zijn de wachttijden voor een WIA-beoordeling. Het UWV heeft officieel acht weken om te beslissen of een werknemer in aanmerking komt voor een WIA-uitkering, maar door achterstanden loopt die beoordeling vaak op tot wel negen maanden. Het stelsel is te complex geworden voor zowel arbeidsongeschikten als uitvoeringsinstanties.

Een arbeidsongeschikte werknemer in dienst heeft twee jaar recht op doorbetaling van zijn loon. Na twee jaar ziekte mag het dienstverband worden beëindigd. Dan ligt de bal bij het UWV. Het UWV laat de werknemer keuren om te beoordelen hoeveel verdiencapaciteit er nog is en of de werknemer in aanmerking komt voor een WIA-uitkering. Dit hoort binnen acht weken na aanvraag van de uitkering te gebeuren, maar het UWV heeft zoveel werkachterstand dat het in de praktijk wel negen maanden kan duren.

Waarom is er zo’n grote wachttijd bij het UWV?

Het probleem ligt aan een tekort van verzekeringsartsen die moeten beoordelen hoe arbeidsongeschikt een werknemer is. Zodra het UWV de beslistermijn van acht weken niet haalt moeten werkgever en werknemer geïnformeerd worden en kan de werknemer een voorschot op de uitkering ontvangen. Informeert het UWV hier niet tijdig over, dan kan er een dwangsom worden geëist.

In de tussentijd heeft de werkgever ook de verplichting om een slapend dienstverband te voorkomen en zal na twee jaar het dienstverband willen beëindigen. Maar de zieke werknemer weet dan nog niet of hij een uitkering krijgt en de werkgever kan achteraf worden geconfronteerd met een loonsanctie. Voor beide partijen een onzekere en ongewenste situatie. Is de werkgever eigen-risicodrager, dan brengt het UWV een eventueel toegekend voorschot in rekening bij de werkgever tot er een beslissing door het UWV is genomen. Ook daar zitten werkgevers niet op te wachten.

‘Meer aandacht, vertrouwen en zekerheid’

Dat is de subtitel van het rapport van de commissie Octas. Naast de oplopende werkachterstanden is het hele arbeidsongeschiktheidssysteem inmiddels te complex geworden volgens de commissie. Wet- en regelgeving is zo gedetailleerd dat mensen het moeilijk kunnen begrijpen. Dit werkt verlammend. In plaats van actief te worden op de arbeidsmarkt, blijven mensen zitten uit angst hun uitkering te verliezen. Er is weinig vertrouwen in de overheid.

De commissie doet drie voorstellen. Een eerste optie heet “Huidig stelsel beter” en wil het huidige stelsel eenvoudiger, begrijpelijk en beter uitvoerbaar te maken. De drempel moet lager worden zodat meer mensen in aanmerking komen voor een WIA uitkering. Dit leidt wel tot hogere kosten voor de staat. De tweede optie is “Werk staat voorop” waarbij meer en langere focus op preventie en re-integratie zou moeten komen zodat langdurige arbeidsongeschiktheid vermindert. De derde variant is “Basis voor werkenden” en gaat uit van het idee van een basisverzekering die een minimumuitkering garandeert voor alle werkenden met een aanvulling via een werkgeverspremie.

Voor de grote achterstand bij het UWV ziet de commissie ook een oplossing. Ze stelt voor de re-integratieactiviteiten gaan concentreren bij één bedrijfsonderdeel van het UWV. Dat zou dan alleen gericht zijn op re-integratie. Het UWV zou daarin intensiever contact moeten zoeken met werkgevers in de regio, om ze te ondersteunen. Tot slot adviseert de commissie een hogere kwaliteit van begeleiding en intensievere samenwerking met alle betrokken partijen. Het rapport benadrukt dat huidige kwaliteit van begeleiding beneden peil ligt. Een pasklare concrete oplossing geeft de commissie echter niet.

Kritiek op het rapport

Vooral de FNV heeft stevige kritiek op het rapport. De FNV vindt de laatste twee opties een ‘aanloop naar armoede’. Ook mist de FNV een aanpak ten aanzien van jong gehandicapten en mensen met een chronische aandoening. Deze groep blijft volgens de FNV in de kou staan. De FNV is ook teleurgesteld dat er geen concrete aanbevelingen zijn gedaan die eerder door de vakbond zijn aangedragen. Al met al is er dus nog geen concrete oplossing en zijn ook de UWV-achterstanden niet zomaar weg.

Contact

Heeft u vragen over een dergelijke situatie? Neem dan gerust contact op met een van onze specialisten via de mail, telefonisch of vul het contactformulier in voor een vrijblijvend eerste gesprek. Wij denken graag met u mee.

Artikelen door Judy Sliepen

Stuur ons een bericht

Voor verdere vragen kunt u het formulier hieronder gebruiken. Wij nemen dan zo spoedig mogelijk contact met u op.