Strafrechtelijk veroordeelde aandeelhouder? Dit zijn de opties om de aandelen over te dragen
Een strafrechtelijke veroordeling van een aandeelhouder kan veel losmaken binnen een onderneming en de maatschappij, met grote gevolgen voor het bedrijf en haar stakeholders. Praktische ondernemers zullen denken: kunnen we niet van die aandeelhouder af en weer door met ondernemen? Helaas is het antwoord minder praktisch: onder omstandigheden kan dat soms, maar dit is geen gemakkelijke route.
Eigendom van aandelen: stevig beschermd, maar niet ten koste van alles
Aandelen zijn eigendom, en eigendom wordt in Nederland stevig beschermd. Zowel het Burgerlijk Wetboek als het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens bieden die waarborgen. Het aandeelhouderschap stopt dus niet vanzelf door een strafrechtelijke veroordeling. Er is altijd een wettelijke of contractuele grondslag nodig om de eigendomsoverdracht te effectueren.
Route 1 – Uitstoting aandeelhouder via de rechter
De bekendste mogelijkheid om van een aandeelhouder ‘af te komen’ is de uitstotingsprocedure. De overige aandeelhouders kunnen bij de rechter afdwingen dat de veroordeelde zijn aandelen overdraagt, wanneer deze aandeelhouder door zijn gedragingen het belang van de vennootschap zodanig schaadt of heeft geschaad, dat het voortduren van zijn aandeelhouderschap in redelijkheid niet kan worden geduld. Hiervan is niet snel sprake.
Het moet bijvoorbeeld gaan om het stilleggen van de besluitvorming binnen de vennootschap door structureel en zonder goede reden tegen te stemmen in de Algemene Vergadering, waardoor de continuïteit van de onderneming ernstig werd bedreigd. De Ondernemingskamer oordeelde in 2010 dat het gedogen van het aandeelhouderschap in zo’n situatie niet langer redelijk kon worden geacht en dwong de aandeelhouder zijn aandelen te verkopen.
Voor strafrechtelijke veroordelingen is niet zo’n duidelijk precedent als hierboven. Toch is het niet ondenkbaar dat ook een veroordeling zo’n ernstige schade kan opleveren dat het voortbestaan van de onderneming in ernstige mate wordt bedreigd. De ernst van het vergrijp is hier wel van belang, net als de omstandigheden van het geval. In ieder geval de volgende omstandigheden spelen dan een belangrijke rol:
- Raakt het delict aan de bedrijfsactiviteiten;
- Wordt de reputatie van de onderneming ernstig geschaad;
- Dreigen vergunningen of belangrijke klanten verloren te gaan;
- Draaien financiers de kredietkraan dicht als gevolg van betrokkenheid van de veroordeelde bij de onderneming.
Met andere woorden, als de aandeelhouder een vergrijp heeft gepleegd waarbij de vennootschap betrokken is, of zelfs slachtoffer is, dan zal eerder sprake kunnen zijn van een succesvolle uitstoting. Ook als het laten voortduren van het aandeelhouderschap problemen oplevert voor het voortbestaan van de onderneming, bijvoorbeeld als gevolg van een beschadigde reputatie, vergunnings- of klantverlies, of de onmogelijkheid om financiering aan te trekken als gevolg van de betrokkenheid van de aandeelhouder, kan het mogelijk zijn het aandeelhouderschap te beëindigen. De rechter kijkt altijd naar het geheel: de aard van het delict, gevolgen voor de onderneming en proportionaliteit van de maatregel.
Sinds januari 2025 is het makkelijker om de aandeelhouder uit te storen; de gedragingen hoeven sinds deze wetswijziging niet langer te zijn gepleegd in de hoedanigheid van aandeelhouder, maar kunnen ook als bestuurder plaatsvinden.
Route 2 – Contractuele afspraken: good leaver / bad leaver en kwaliteitseis
Het is gemeengoed dat tussen aandeelhouders onderling afspraken worden gemaakt, zogenoemde aandeelhoudersovereenkomsten of – in het geval van een familiebedrijf – een familiestatuut. Doorgaans is ook de onderneming partij bij zo’n overeenkomst. Denk bijvoorbeeld aan afspraken waaruit blijkt dat de aandeelhouders de onderneming waar zij een belang in hebben niet zullen beconcurreren, de informatie die zij van de onderneming ontvangen geheim zullen houden en dat de aandelen niet zomaar zullen worden verkocht.
Als wordt gehandeld in strijd met de afspraken, zijn er vaak boetebepalingen opgenomen, maar ook zogenoemde “good leaver / bad leaver-clausules”. Daarin kan zijn opgenomen dat een aandeelhouder bij bepaalde gebeurtenissen – zoals een strafrechtelijke veroordeling – zijn aandelen verplicht moet aanbieden aan de andere aandeelhouders. In tegenstelling tot een good leaver-clausule, zal bij de bad-leaver versie een lagere prijs voor de aandelen hoeven te worden betaald.
De strafrechtelijke veroordeling moet dan wel zijn omschreven, naar aard of gevolg. Immers, technisch gezien is een parkeerbon of een boete voor te hard rijden ook een strafrechtelijke vergrijp. Het is niet wenselijk dat iemand in zo’n geval is aangewezen op de genade van een (mogelijke rancuneuze) medeaandeelhouder.
Ook komt het vaak voor dat sprake is van een kwaliteitseis. Dat houdt in dat een aandeelhouder aan bepaalde eisen moet voldoen om te voorkomen dat bepaalde partijen of personen de aandelen in bezit kunnen krijgen of kunnen houden. Vaak bevatten deze eisen een leeftijdsgrens – zodat aandeelhouders niet te jong of te oud kunnen zijn – of wordt in het geval van familiebedrijven opgenomen dat de aandeelhouders lid moeten zijn van een bepaalde familie. Het is ook mogelijk om op te nemen dat aandeelhouders geen strafblad hebben.
Zowel good leaver/bad leaver-clausules als kwaliteitseisen moeten dus met de nodige zorg worden vormgegeven. Als sprake is van een onduidelijke of te ruime formulering kan desastreuse gevolgen hebben. Goed opstellen aan de voorkant is dus cruciaal.
Route 3 – De Centric-route
Een laatste strohalm voor zeer extreme situaties kan worden gevonden in de Centric-rechtspraak. Als gevolg van de uitlatingen van (inmiddels oud-) eigenaar Gerard Sanderink ontstond grote onrust bij klanten van dit voor de Nederlandse staat en het bedrijfsleven essentiële IT-bedrijf. Onder andere enkele pensioenfondsen en De Nederlandsche Bank verbraken de banden, waarna Centric bij ongewijzigd beleid dreigde om te vallen. Uiteindelijk dwong de Ondernemingskamer Sanderink het bedrijf in het maatschappelijk belang te verkopen aan een consortium van Nederlandse investeerders, nadat de Ondernemingskamer in een eerder stadium al onafhankelijke bestuurders en een onafhankelijke bewaarder van de aandelen aanwees. Ondanks dat deze beschikking een precedent schept, zal het gezien de unieke positie van Centric niet snel tot een herhaling komen.
Praktische tips voor ondernemers:
- Zorg voor duidelijke afspraken tussen aandeelhouders: Neem in de aandeelhoudersovereenkomst duidelijke good leaver/bad leaver-clausules op en eventueel kwaliteitseisen.
- Onderbouw de relevantie van de veroordeling: een strafrechtelijke veroordeling op zich is vaak onvoldoende; koppel het altijd aan concreet nadeel voor de onderneming, waardoor het aandeelhouderschap niet langer gevergd kan worden.
- Bepaal de waarde: bij een gedwongen overdracht bepaalt meestal een deskundige of de rechter de prijs. Zorg vooraf, in de aandeelhoudersovereenkomst, voor duidelijke kaders voor de waardering van de aandelen, dat scheelt achteraf veel discussie.
Conclusie
Een strafrechtelijke veroordeling is geen automatische ‘exit’-knop. Maar als het belang van de onderneming in ernstige mate wordt geschaad en mogelijk de toekomst van het bedrijf in het geding is, biedt de wet – maar mogelijk ook de afspraken tussen aandeelhouders – mogelijkheden om in te grijpen. Toch is voorkomen beter dan genezen. Met een goede voorbereiding vooraf en heldere afspraken kan een kostbare procedure worden voorkomen en hebben alle partijen duidelijkheid.
Vragen?
Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel? Neem dan contact op met een van onze advocaten via de mail, telefonisch of vul het contactformulier in voor een vrijblijvend eerste gesprek. Wij denken graag met u mee.