Wet opheffing verpandingsverboden treedt op 1 juli 2025 in werking – dit verandert er nu echt
Op 1 augustus 2024 schreef ik eerder een artikel over het aannemen van de Wet opheffing verpandingsverboden door de Tweede Kamer. In dat artikel kunt u lezen waarom die wet voor u als ondernemer een serieuze verruiming van de financieringsruimte kan betekenen.
De Wet opheffing verpandingsverboden is nu, op 4 maart 2025 aangenomen door de Eerste Kamer en zal op 1 juli 2025 in werking treden. Daarmee is het wetsvoorstel nu definitief wet geworden. Een reden voor mij om opnieuw aandacht te besteden aan de wet.
De nieuwe regeling maakt korte metten met bedingen die het voor ondernemers onmogelijk maken om hun handelsvorderingen te verpanden of over te dragen. Voor reeds bestaande bedingen geldt een overgangstermijn van drie maanden, wat betekent dat vanaf 1 oktober 2025 ook die als nietig worden beschouwd. De gevolgen voor ondernemers kunnen aanzienlijk zijn. Het is van belang om u daar nu al op voor te bereiden.
Einde aan contractuele beperkingen
Zoals eerder geschreven, werd in de commerciële praktijk veelvuldig gebruikgemaakt van verpandings- en cessieverboden. Vaak werden deze automatisch opgenomen in algemene voorwaarden of standaardcontracten, meestal door de sterkere partij in de onderhandeling. Dat beperkte de financieringsruimte van met name kleinere ondernemingen, die hun vorderingen daardoor niet konden inzetten om werkkapitaal aan te trekken via bijvoorbeeld factoring of verpanding bij bank of financier.
Met deze wet maakt de wetgever daar nu een eind aan. Handelsvorderingen – dat wil zeggen: geldvorderingen die voortkomen uit beroep of bedrijf – mogen vanaf de inwerkingtreding van de wet wél worden verpand of overgedragen, ook als er eerder een beding is overeengekomen dat dit juist uitsluit. Denk daarbij niet alleen aan facturen voor geleverde diensten of goederen, maar ook aan vorderingen uit bijvoorbeeld koopovereenkomsten met betrekking tot vastgoed of aandelen. De wet geeft deze vorderingen nu vrij om als zekerheid te dienen voor kredietverlening.
Verbintenis- én goederenrechtelijke bedingen nietig
Belangrijk is dat dit niet alleen gaat om goederenrechtelijke bedingen – bepalingen die de overdracht juridisch-technisch onmogelijk maken – maar ook om verbintenisrechtelijke afspraken, waarbij schuldenaar en schuldeiser zich jegens elkaar contractueel hebben verboden om de vordering over te dragen. Beide typen worden voortaan als nietig beschouwd. Wel blijft het huidige systeem voor contractsovername in stand. Daarvoor is nog altijd de medewerking van de wederpartij nodig.
Negative pledge en pari passu blijven toegestaan
Een bijzonder aandachtspunt is dat de wet uitdrukkelijk géén effect heeft op zogeheten negative pledge en pari passu bedingen, mits die zijn overeengekomen tussen de schuldenaar en een derde partij.
Een negative pledge is een afspraak waarin de schuldenaar belooft aan een derde partij (meestal een financier) dat hij bepaalde activa niet, of althans niet zonder toestemming zal verpanden of belasten ten gunste van anderen. Een pari passu-beding verplicht de schuldenaar om zeker te stellen dat diens verplichtingen jegens de ene schuldeiser gelijk worden behandeld met die jegens anderen.
Omdat deze bedingen geen afspraken zijn tussen de schuldeiser en de schuldenaar over de overdraagbaarheid van de vordering zelf, vallen ze buiten de reikwijdte van de nieuwe wet. Beide bedingen vindt men met enige regelmaat in de financieringspraktijk kunnen derhalve een nog steeds bestaande belemmering vormen voor het verpanden of overdragen van bepaalde vorderingen. Zulke bedingen blijven toegestaan en de aanwezigheid daarvan dient in de gaten te worden gehouden bij het inventariseren van wat de wet voor u voor nieuwe mogelijkheden biedt.
Beperkte uitzonderingen
De wet bevat ook enkele uitzonderingen op het verbod tot niet-overdraagbaarheidsbedingen. Zo geldt de regeling niet voor vorderingen uit betaal- en spaarrekeningen, zogenoemde G-rekeningen die worden gebruikt voor de afdracht van belastingen en premies, en voor clearingvorderingen in het financiële verkeer, zoals bij centrale banken en verrekeningsinstituten. Ook vorderingen uit leningovereenkomsten waarbij meerdere kredietverstrekkers partij zijn (zoals bij sommige Crowdfunding overeenkomsten) blijven uitgezonderd.
Nieuwe ruimte voor financiering
Wat betekent dit nu concreet voor u? Allereerst ontstaan er nieuwe mogelijkheden om financiering aan te trekken met vorderingen als onderpand, zelfs wanneer dat onder een bestaand contract tot nu toe uitgesloten was. Dit maakt factoring, maar ook klassieke kredietverlening op basis van vorderingen, ineens een stuk toegankelijker. Tegelijkertijd zal het voor financiers eenvoudiger worden om zonder diepgravende contractanalyse zekerheid te verkrijgen – en dat werkt in het voordeel van ondernemers die snel kapitaal willen aantrekken.
Aandachtspunten in de praktijk
Maar let op: de versoepeling brengt ook nieuwe verantwoordelijkheden met zich mee. Zo vereist de wet voortaan dat bij een overdracht of verpanding van een handelsvordering de mededeling aan de schuldenaar schriftelijk wordt gedaan. U als ondernemer zult zulke mededelingen dus nauwkeurig moeten kunnen registreren en beoordelen. Dat vraagt om een scherp ingerichte administratie. Waar voorheen een schuldenaar een dergelijke mededeling kon negeren met een beroep op het overdrachtsverbod in de overeenkomst, vervalt dat verweer nu volledig.
Ook voor financiers is het opheffen van de verpandingsverboden de moeite waard om in detail te bestuderen. Indien u in uw portfolio vorderingen uit leningen heeft die eerder niet overdraagbaar waren maar nu wel kan dat extra flexibiliteit opleveren. De rentes zijn opgelopen in vergelijking met een aantal jaren terug.
Het is derhalve verstandig om uw ons uw portfolio door te laten lichten om vorderingen te flaggen die verkoopbaar worden.
Bereid u nú al voor
Kortom: deze wetswijziging opent op grote schaal nieuwe mogelijkheden, maar vraagt tegelijkertijd om een goede voorbereiding. Welke contracten bevatten nog overdrachtsverboden? Welke vorderingen worden straks beschikbaar als onderpand? En hoe zorgt u ervoor dat uw organisatie klaar is om die nieuwe ruimte daadwerkelijk te benutten?
Wij helpen u daar graag bij. Laat ons uw contracten analyseren, uw positie beoordelen en samen vooruitkijken naar 1 juli en verder. Want wie nu handelt, staat straks vooraan in de rij bij financiers.
Vragen?
Heeft u vragen? Contact dan een van onze advocaten via de mail, telefonisch of vul het contactformulier in voor een vrijblijvend eerste gesprek. Wij denken graag met u mee.