flib 50 jaar
Gepubliceerd op: 4 mei 2023

De standstill-periode bij een franchiseovereenkomst

Er zijn enorm veel bekende ondernemingen die werken met franchises, zoals McDonalds, Jumbo of Primera. Het is duidelijk dat de methode van het franchisen werkt. Voordat er daadwerkelijk een franchise wordt gestart door een franchisenemer, wordt er intensief onderhandeld over de voorwaarden van de franchiseovereenkomst. Uit artikel 7:914 van het Burgerlijk Wetboek (“BW”) volgt dat vier weken voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst geen aanpassingen mogen plaatsvinden aan de franchiseovereenkomst. Dit is de zogenaamde standstill-periode. De rechtbank Noord-Holland heeft recent uitspraak gedaan met betrekking tot het in acht nemen van deze standstill-periode. In deze zaak is geoordeeld dat deze standstill-periode voorafgaand het sluiten van de franchiseovereenkomst dient te zijn. Dat de franchiseovereenkomst op een (veel) later moment na ondertekening pas in werking treedt, doet hier niets aan af. In dit artikel ga ik in op deze standstill-periode.

Wat is een franchise nu precies?

Een franchise is een samenwerking tussen een franchisegever en een franchisenemer. De franchisegever is de eigenaar van de gehele keten. Hij of zij geeft het recht aan de franchisenemer om met de franchiseformule een eigen ‘onderneming’ te starten. Bij een franchiseformule gebruikt de franchisenemer de knowhow, de naam en dezelfde producten/werkwijze van de franchisegever bij het exploiteren van haar/zijn onderneming. Op deze manier hoeft een franchisenemer geen nieuw eigen bedrijf op te starten. Daarnaast hoeft hij ook niet te denken aan een klantenbestand, de werkwijze en het opbouwen van een naam, want deze kwesties bestaan allemaal al. De Franchisewet is terug te vinden in Boek 7 Titel 16 BW.

De standstill-periode

Artikel 7:914 lid 1 BW bepaalt dus dat er gedurende een periode van vier weken voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst geen aanpassingen mogen plaatsvinden. Zodra de franchisenemer de informatie ontvangt, start een periode van vier weken. Als de franchisegever binnen deze periode wijzigingen aanbrengt in de informatie die aan de franchisenemer is verstrekt of nieuwe informatie verstrekt, dan begint de periode van vier weken opnieuw. Zo kan de franchisenemer informatie verzamelen, de stukken bestuderen, vragen stellen en deskundig advies inwinnen om een weloverwogen beslissing te nemen over het al dan niet ondertekenen van de franchiseovereenkomst. De wetgever neemt de franchisenemer daarom in bescherming. Uit artikel 7:914 lid 2 BW volgt dat de franchisegever tijdens deze periode niet mag overgaan tot:

  1. Wijziging van het ontwerp van de franchiseovereenkomst, tenzij de wijziging ten voordele van de franchisenemer valt;
  2. Het sluiten van de franchiseovereenkomst of enig daarmee onlosmakelijk verbonden te achten overeenkomst;
  3. Een geheimhoudingsovereenkomst, dan wel een overeenkomst van gelijke strekking, is hiervan uitgezonderd;
  4. Het aanzetten tot het doen van betalingen/investeringen door de beoogde franchisenemer die samenhangen met de te sluiten franchiseovereenkomst.

Artikel 7:914 lid 3 BW stelt dat de standstill-periode niet van toepassing is indien dezelfde partijen voor dezelfde franchiseformule een nieuwe franchiseovereenkomst sluiten. Hiervan is sprake als dezelfde franchisenemer nog een ‘filiaal’ wil starten met deze franchiseformule. Ook indien het gaat om een franchiseovereenkomst met dezelfde franchisegever (met dezelfde franchiseformule) en een verbonden onderneming van de franchisenemer, geldt de standstill-periode niet. Dit is bijvoorbeeld het geval als een dochtervennootschap van de franchisenemer een onderneming met dezelfde franchiseformule wil beginnen.

Gevolgen bij verbreken standstill-periode

Op basis van artikel 7:922 BW is het niet toegestaan om ten nadele van de franchisenemer die in Nederland gevestigd is af te wijken van de bepalingen in Boek 7 Titel 16 BW. De bepaling is daarom dwingendrechtelijk van aard. Wanneer men toch afwijkt van de verplichtingen tijdens de standstill-periode en de franchiseovereenkomst toch wordt gesloten, kan de franchiseovereenkomst op grond van artikel 3:40 BW vernietigd worden. Vernietiging heeft een terugwerkende kracht. Dit houdt in dat de franchiseovereenkomst als die vernietigd is wordt geacht nooit te hebben bestaan.

Conclusie

De rechtbank Noord-Holland heeft bevestigd dat het niet eenvoudig is om de standstill-periode terzijde te schuiven. Daarnaast is het een feit dat de franchiseovereenkomst na ondertekening pas op een later moment (later dan vier weken) in werking treedt hier niets aan af doet. Handhaving van de standstill-periode moet altijd plaatsvinden. Tenzij de feiten en omstandigheden van het geval anders zouden voorschrijven, wat niet snel aannemelijk is). Wanneer de franchisegever zich hier niet aan houdt en de franchiseovereenkomst toch wordt gesloten, zal de gehele franchiseovereenkomst vernietigd kunnen worden.

Vragen?

Heeft u vragen? Contact dan een van onze advocaten via de mail, telefonisch of vul het contactformulier in voor een vrijblijvend eerste gesprek. Wij denken graag met u mee.

Artikelen door Ravinder Sukul

Stuur ons een bericht

Voor verdere vragen kunt u het formulier hieronder gebruiken. Wij nemen dan zo spoedig mogelijk contact met u op.