flib 50 jaar
Gepubliceerd op: 13 oktober 2025

AI gebruik in rechtszaken: het blijft oppassen!

Op 27 augustus 2025 heeft de rechtbank Rotterdam een uitspraak gedaan in een zaak betreffende handelsnamen ECLI:NL:RBROT:2025:10388. Voor de verandering is dat nu niet interessant.

Wat wel interessant is de overweging 5.16:

Tijdens de mondelinge behandeling is vastgesteld dat alle verwijzingen in de conclusie van antwoord naar uitspraken van de Hoge Raad onjuist zijn. In de conclusie van antwoord heeft Dwaard verwezen naar (vermeende) uitspraken van de Hoge Raad ten aanzien van het handelsnaamrecht, met vermelding van een (vermeend) ECLI-nummer. Geen enkele van de aangehaalde (vermeende) arresten heeft betrekking op het handelsnaamrecht. Sommige ECLI-nummers horen bij strafrechtelijke uitspraken, andere bestaan in het geheel niet. Desgevraagd heeft (de advocaat van) Dwaard verklaard dat dit alles is veroorzaakt door een probleem bij het converteren van een word-bestand naar pdf. Deze verklaring roept vragen op. De rechtbank laat die vragen en de vraag of hiermee artikel 21 Rv is geschonden verder in het midden, omdat Dwaard per saldo geen voordeel heeft gehad van de onjuiste voorstelling van zaken in de conclusie van antwoord.

Artikel 21 Rv luidt: Partijen zijn verplicht de voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aan te voeren. Wordt deze verplichting niet nageleefd, dan kan de rechter daaruit de gevolgtrekking maken die hij geraden acht.

Wat wordt hier duidelijk?

De bewuste advocaat komt hier goed weg, aangezien de rechtbank aangeeft dat wat er ook zij van de onzin citaten, de beslissing in de zaak niet anders was geweest. Als de rechtbank had overwogen dat als gevolg van de schending van de waarheidsplicht de zaak door de bewuste advocaat was verloren, dan ligt een beroepsfout voor de hand.

Dat het voor de advocatuur gevaarlijk is om met AI processtukken te maken wordt met deze zaak opnieuw duidelijk nadat al eerder in 2025 een Amerikaanse advocaat door het hof van beroep in de Amerikaanse staat Georgia een boete van US$ 2.500 opgelegd kreeg wegens het verwijzen naar door het gebruik van ChatGPT gegenereerde onzin jurisprudentie.

Ook het gebruik van AI door Nederlandse rechters staat in het middelpunt van de belangstelling. De kantonrechter te Nijmegen bediende zich voor het vaststellen van de schade van ChatGPT ECLI:NL:RBGEL:2024:3636. In hoeverre het goed en verstandig is dat de rechtspraak zich gaat bedienen van AI zal onderwerp zijn en blijven van discussie.

Vragen

Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel of binnen het IT- en ICT? recht Neem gerust contact op met een van onze advocaten via de mailtelefonisch of vul het contactformulier.

 

Artikelen door Jop Fellinger

Stuur ons een bericht

Voor verdere vragen kunt u het formulier hieronder gebruiken. Wij nemen dan zo spoedig mogelijk contact met u op.