Verplichte certificering voor uitzendbureaus’en detacheerders
Op 11 november heeft de Eerste Kamer de Wet toelating terbeschikkingstelling arbeidskrachten (Wtta) aangenomen. De Wtta zal het speelveld voor detacheerders en inleners ingrijpend te veranderen. In deze blog zetten wij als arbeidsrechtadvocaten de belangrijkste veranderingen voor u op een rij. Wat is het doel van de wet, wat verandert er voor u als detacheerder of inlener, wanneer treedt de wet in werking en welke sancties kunt u verwachten bij niet-naleving?
Doel van de wet
Het doel van deze wet is het beschermen van arbeidskrachten die via uitleners aan het werk worden gesteld. De wet beoogt met name arbeidsmigranten beschermen tegen uitbuiting. Misstanden zoals onderbetaling, slechte huisvesting en ontwijking van sociale en fiscale verplichtingen worden met deze wet aan banden gelegd.Maar de wet geldt voor alle bedrijven die personeel ter beschikking stellen, en dus ook de uitzendbureaus en detacheerders voor hoogopgeleid personeel.
De wet introduceert een verplicht certificeringsstelsel: alleen gecertificeerde uitleners mogen arbeidskrachten ter beschikking stellen, en inleners mogen uitsluitend zakendoen met gecertificeerde uitleners.
Nieuwe verplichtingen
Certificeringsplicht
Uitleners mogen alleen nog arbeidskrachten ter beschikking stellen als zij beschikken over een certificaat. Dit certificaat aangevraagd worden bij een aangewezen instelling en is vier jaar geldig. Periodieke controles door inspectie-instellingen zijn verplicht.
Administratie- en meldplicht
Uitleners in inleners moeten nauwkeurig bijhouden welke arbeidskrachten waar ter beschikking zijn gesteld en dit dient vooraf schriftelijk gemeld te worden.
VOG-plicht
Elke uitlener moet bij de aanvraag en voor het behoud van het certificaat een Verklaring omtrent het Gedrag (VOG) overleggen. Dit geldt voor de onderneming én voor bestuurders, vennoten, maten of beheerders. De VOG mag bij overlegging niet ouder zijn dan drie maanden. Bij wisseling van bestuurders moet opnieuw een VOG worden aangeleverd.
Bankgarantie
Daarnaast moet de uitlener een bankgarantie afgeven als financiële waarborg. De standaardhoogte hiervan zal €100.000 zijn; voor startende uitleners geldt bij het voorlopige certificaat een verlaagd bedrag van €50.000. De bankgarantie kan worden aangesproken bij bijvoorbeeld achterstallig loon of openstaande schulden aan de Belastingdienst.
Uitzondering: minder dan 10% loonsom
Er is een uitzondering voor uitleners bij wie het ter beschikking stellen van arbeidskrachten een gering onderdeel van de totale bedrijfsactiviteit vormt. Als in het jaar voorafgaand aan de controle minder dan 10% van de totale loonsom is betaald aan ter beschikking gestelde arbeidskrachten, hoeft de onderneming géén bankgarantie te stellen. Deze toets vindt plaats bij de aanvraag en bij periodieke controles.
Verbod op inlenen van niet-gecertificeerde uitleners
Inleners mogen alleen arbeidskrachten inlenen van gecertificeerde uitleners. Dit controleert u via een openbaar register.
Ketenverantwoordelijkheid
Ook bij doorleenconstructies zijn alle partijen ervoor verantwoordelijk dat dat zij uitsluitend werken met gecertificeerde uitleners.
Inwerkingtreding
Op 1 januari 2027 gaat de wet in. Bedrijven die werknemers willen blijven uitlenen, moeten zich vóór die datum bij de Nederlandse Autoriteit Uitleenmarkt (NAU) melden. Op 1 januari 2028 gaat de Nederlandse arbeidsinspectie handhaven. Uitleners die zonder toelating actief zijn op de arbeidsmarkt krijgen een boete. Deze boete geldt ook voor inleners die gebruik maken van uitzendbureaus of detacheerders.
Zie ook:
